Enkele uitgewerkte voorbeelden
Voorbeeld 1
Een echtpaar van 58 jaar met 2 kinderen heeft een vermogen dat toebehoort aan de huwgemeenschap.
Een onroerend vermogen zijnde een gezinswoning met een waarde van € 370 000.
Een roerend vermogen ter waarde van € 140 000.
In het huidig huwelijkscontract is een verblijvingsbeding opgenomen waardoor na het overlijden, de gemeenschappelijke goederen zullen toebehoren voor de volle eigendom aan de langstlevende.
De ene ouder overlijdt een paar jaar na de andere.
In totaal wordt er na het overlijden van de twee ouders € 33 540 erfbelasting (successierechten) betaald.
Indien het huwelijkscontact van de ouders echter aangepast werd, dan bedraagt de totale erfbelasting ‘slechts’ € 16 876.
In dit eenvoudig voorbeeld geeft de aanpassing van het huwelijkscontract een fiscale besparing ten bedrage van € 16 664 !
Voorbeeld 2 (vóór 01/09/2018)
Een echtpaar met 4 kinderen. Er is een huwelijkscontract met verblijvingsbeding.
Jaren geleden werd er een naamloze vennootschap opgericht. In deze NV werden 18 onroerende goederen ingebracht.
De waarde van deze patrimoniumvennootschap bedraagt € 2 400 000.
Er is sprake van een roerend vermogen bestaande uit liquiditeiten op spaarrekeningen, aandelen, obligaties en verzekeringsbeleggingen.
De waarde van het totaal roerend vermogen bedraagt € 750 000.
Er is tevens een familiebedrijf, ondergebracht in een BV. De zoon draait reeds jaren mee in het bedrijf, heeft het bedrijf helpen groeien maar werd hier matig voor beloond.
De ouders willen het bedrijf aan de zoon overlaten, zij overwegen ook een schenking als beloning voor het onderbetaalde werk in het verleden.
Het echtpaar wenst ook een appartement aan zee te kopen. Dit appartement wordt in de toekomst de gezinswoning.
Vragen van het echtpaar
- Hoeveel erfbelasting dient er te worden betaald bij het overlijden van de eerste en de tweede ouder op korte termijn?
- Welke legale schikkingen kunnen worden getroffen om de erfbelasting te beperken?
- Welke besparing geven deze schikkingen?
- Kunnen de ouders op een legale wijze ‘controle’ behouden over de geschonken goederen?
- Welk kostenplaatje hangt er aan bepaalde constructies zoals oprichting van een burgerlijke vennootschap, een stichting, de commanditaire vennootschap?
Hiermee worden zowel de eenmalige als de regelmatig terugkomende dossierkosten bedoeld. - Welke zijn de voor- en nadelen van de verschillende constructies op fiscaal en juridisch vlak?
- Welke mogelijkheden en beperkingen biedt de beleggingsverzekering?
- Welke consequenties heeft het huidig huwelijkscontract?
- Op welke wijze kan het aan te kopen appartement uit het fiscaal erfbelastingdossier van de ouders blijven terwijl zij toch zekerheid wensen omtrent het bewonen van het onroerend goed?
- Welke mogelijkheden zijn er om het familiebedrijf over te dragen aan de zoon, en hoe kan men daarbij rekening houden met de andere kinderen?
Bij een dergelijke vraagstelling kan men niet zonder een gedegen en gedetailleerd advies inzake erfbelasting.
Ter illustratie
In hoger vermeld voorbeeld werd een fiscale besparing gerealiseerd van € 440 000.
De kostprijs van de studie bedroeg € 2 900.
De realisatie van de gekozen constructie bedroeg € 7 500 (kosten accountant, notariële erelonen en aktekosten).
De fiscale besparing min de kosten voor de realisatie en de studie geven dus een uiteindelijke netto besparing van € 430 100 !
Voorbeeld 3
Een echtpaar van 74 jaar oud heeft 4 kinderen. Zijn zijn gehuwd zonder een huwelijkscontract.
De man bezit de gezinswoning die hij ooit geschonken kreeg van zijn ouders. De woning heeft een waarde van €400 000.
Eén van de kinderen heeft interesse in het onroerend goed.
De ouders overwegen om de blote eigendom van het onroerend goed nu reeds aan dit kind te schenken.
Na berekening blijkt echter dat aan het preventief schenken een kostenplaatje hangt dat zich situeert tussen de € 43 000 en € 45 000.
Het laten erven en vervolgens uit onverdeeldheid treden kost echter slechts €23 000.
Erven is dus in dit voorbeeld +/- € 20 000 euro goedkoper dan preventief schenken !
Het advies geeft hen het inzicht dat zij er goed aan deden om niet overhaast hun intuïtie te volgen.
Let wel: dit wil niet zeggen dat elke schenking duurder is dan erven.
Het resultaat van de concrete berekeningen hangt van een groot aantal factoren af:
- Wie is eigenaar van het te schenken goed?
- Is de schenker gehuwd?
- Aan wie wordt geschonken?
- Hoeveel kinderen zijn er?
- Wat is de waarde van het te schenken goed?
- Wat is de aard van het te schenken goed?
- Wordt er geschonken als voorschot op erfdeel of buiten deel?
- Enz …